Luchon, Toulouse, Paris, Compiègne en Buchenwald-doorreis.
Victor komt op maandag 24 januari 1944 aan in het concentratiekamp Buchenwald. Hij krijgt stamnummer « Häftling 42610 » (gevangene 42610) en wordt naar blok 58 gestuurd in het « kleine kamp » of « transitkamp »
3 maanden eerder verlaat Victor België, trekt door Frankrijk en hoopt via Spanje in Congo te geraken. Victor wordt echter door bergjagers van de Wehrmacht opgepakt op de Col de Panech in de Pyreneeën en daarna naar Luchon gebracht.
Op maandag 6 december 1943 wordt hij gefolterd en ondervraagd door de Gestapo. Het geheime netwerk wordt niet verraden. Nadat hij Kerst in de gevangenis van Toulouse heeft doorgebracht wordt Victor overgebracht naar Parijs.
Vanuit Parijs volgt dan een lange treinreis, samen met honderden andere gevangenen, opeengepakt in veewagons, die hen via Compiègne naar Buchenwald brengt.
Na de bevrijding van de kampen en terug in België, vertelt Victor ons, ter gelegenheid van een voordracht, zijn avonturen in Hitlerland.
Hieronder de transcriptie van het verslag opgemaakt door Louis Kalté, verantwoordelijke uitgever van het scoutsmaandblad « Dur-à-Cuire ».
Buchenwald Häftling 42610
Molenbeek, 1945 – Een lezing op het eerste verdiep van café Paes.
Op maandag 19 juni 1945 hebben we het genoegen om, in de zaal op de eerste verdieping van Café Paes (Kolomstraat), onze vriend en scoutsbroeder Victor de Caluwé te horen, die ons in eenvoudige woorden, maar geestdriftig en duidelijk, vertelt over zijn verbijsterende zwerftocht in de Duitse strafkampen.
Hij is, samen met andere landgenoten, vertrokken uit Brussel via een geheime geallieerde route, en hij is erin geslaagd om de Spaanse grens snel en veilig te bereiken. Of beter gezegd, om die een paar honderd meter verderop te zien, want vanaf dat moment wordt de kleine groep achtervolgd door tegenslagen, die pas eindigen bij de bevrijding door de Amerikanen. Dit geldt althans voor Victor, omdat veel van zijn metgezellen het leven lieten tijdens dit avontuur. Ze werden gespot door een verkenningsvliegtuig, terwijl ze in de sneeuw een bergpas beklommen waarvan de top de grens vormde. Ze werden al een paar minuten later door Duitse skiërs omsingeld en gevangen genomen. Hun reis door Frankrijk, in uiterst moeilijke omstandigheden, opeen gepropt met 100 tot 125 mannen in veewagons, zonder eten, zonder water, bijna zonder lucht, in de bijtende januarikoude, hun overplaatsing van gevangenis naar gevangenis, tot in Duitsland, alsook het verblijf in het paradijs van het Hitlerisme, in de kampen en subkampen van Buchenwald en Mauthausen, was een hel waaraan alleen de sterksten, fysiek en moreel, en de meest vindingrijke kon ontsnappen.
Mannen vielen om niet meer op te staan, tientallen, elke dag, en Victor de Caluwé beklemtoont nadrukkelijk dat het dankzij zijn scouts-training was dat hij erin geslaagd is om die maanden in de hel te overleven.
“Overleven”, daarmee was alles gezegd. Wie één keer de moed verloor, zich liet gaan, het moreel verloor, was verloren. Eenmaal gevallen, was er geen manier meer om weer op te staan. De Duitsers beschouwden de gevangenen als een eenvoudige grondstof die tot het einde moest uitgebuit worden. Zodra deze grens bereikt was, werd elke nutteloze mond meedogenloos uit de weg geruimd.
We hebben echt geëmotioneerd geluisterd naar het verhaal van zijn presentatie, zo eenvoudig, zo duidelijk en toch zo ontroerend en zo interessant. De vele vragen die volgden en de blijken van sympathie waarmee hij overladen werd tijdens de kleine bijeenkomst die volgde, op de Club, toonden hem hoezeer al die harten samen met dat van hem klopten tijdens die te korte momenten die ze samen doorbrachten.
We hopen dat we, vanaf het volgende nummer van “Dur-à-Cuire”, het vervolg kunnen brengen van het gedetailleerd relaas van zijn “kamperen” in Hitlerland. Ik weet zeker dat je plezier zult beleven aan het lezen, net zoals je genoten hebt van het luisteren naar zijn verhaal.